Een geslaagd NBS voorjaarsoverleg in het Pluimveemuseum
Het voorjaarsoverleg wat dit jaar in overleg met de Keurmeestersvereniging op zaterdag de 18e februari gepland. De ochtenduren stonden op de agenda voor het overleg tussen NBS en haar leden, de middaguren werden ingevuld door de KV met een viertal raspresentaties.
Een combinatie van zaken die door de prima opkomst een succes genoemd mag worden. Een zeventigtal leden bezocht deze dag die in het Pluimvee Museum in Barneveld gehouden werd. Een aandachtspuntje is het vooraf opgeven. Nu was dit maar door 40 personen gedaan wat als gevolg had dat de catering in de stress schoot en de zaal wat krap aan voelde.
Thom Laming opende de ochtend met als eerste bespreekpunt het aanpassen van de NBS statuten. Dit is nodig om met onze veranderende omgeving om te kunnen gaan. Het bestuur geeft aan op de ALV een voorstel te willen voorleggen waarin verwerkt is dat iedere fokker rechtstreeks lid is van de NBS en daarmee ook direct stemrecht heeft. Binnen de huidige structuur hebben we het gevoel dat door de wijze van stemmen via locale verenigingen en het gegeven dat speciaalclubs slechts één enkele stem hebben er niet uit de stemprocedure komt wat er werkelijk onder de leden leeft.
Een tweede idee wat uitgewerkt zal worden voor de ALV is het verhogen van de prijs van de fokkerskaart. De extra inkomsten die hier mee behaald worden zullen besteed worden aan de NBS website. In dit voorstel vervalt het abonnement van de speciaalclubs, zij kunnen gratis gebruik maken van www.sierduif.nl om hun eigen website te koppelen en/of informatie over hun rasvereniging op de website te plaatsen. Communicatie is een belangrijk item in de huidige tijd en door deze structuur wordt bereikbaarheid en vindbaarheid van ook kleine speciaalclubs vergroot zonder dat deze tegen een financieel probleem aanlopen.
Gedacht wordt aan prijsverhoging van € 1,50 maar de zaal stelde voor de verhoging op te trekken naar de prijs van de fokkerskaart van KLN.
Hierna kwam de evaluatie van de erecertificaten in het afgelopen seizoen aan bod. Duidelijk werd dat de doorgevoerde wijziging niet goed bevallen is. Met name het minimum aantal dieren van 75 stuks wat een keurmeester moet beoordelen om twee certificaten te mogen uitgeven werkt niet goed. Opmerkingen waren dat hierdoor teveel geschoven wordt met rassen en keurmeesters waardoor de fokkers niet meer weten welke keurmeester hun dieren werkelijk gaat keuren. Ook de belasting van de keurmeester werd benoemd. Afhankelijk van het te keuren ras en de keurmeester is 75+ soms gewoon teveel.
Verder werd verder nog aangegeven dat door de inzet op grotere aantallen per keurmeester de kans op roulatie van keurmeesters op de verschillende shows kleiner is geworden waardoor het moeilijker wordt om drie certificaten onder verschillende keurmeesters te halen.
Om het schuiven met keurmeesters te voorkomen werd aangegeven dat we het Duitse of Belgische systeem zouden kunnen volgen wat betekent dat in het vraagprogramma wel de keurmeesters staan maar niet wat zij gaan keuren. Een keuze waarbij de vraag gesteld werd of dit wel tot meer inzendingen zal gaan leiden en daar is de wijziging in 2016 nu juist voor ingezet.
Uiteindelijk kwam de zaal tot de volgende uitspraak: behoud het tweede certificaat maar stel de grens op 60 tot 65 duiven per keurmeester. Deze vraag zal neergelegd worden bij de commissie die het voorstel oorspronkelijk heeft uitgewerkt.
Na afsluiting van deze discussie kwam de evaluatie van de Hoofdereprijzen op tafel. Het afgelopen seizoen hebben we veel varianten gezien, – de loterij uit alle 97 punten dieren, – het kiezen van de winnaar door onafhankelijk geven van punten en de klassieke methode. Helder was dat veel leden en keurmeesters niet gecharmeerd zijn van het loten. Een ding waar iedereen het over eens was was het aantrekkelijk maken van het systeem. Het moet als eervol worden ervaren dat je in een grote groep de winnaar bent en meer spektakel zorgt voor meer publiek. De oproep om meer actie in het showgebeuren te krijgen was duidelijk hoorbaar. Als goede voorbeelden werd de invulling van de SIS op de Championshow genoemd maar ook het het sierduivenplein. Gevraagd werd om de regels minder zwart-wit te maken en ruimte te bieden om binnen één show verschillende manieren van beoordelen mogelijk te maken. Dit alles met hetzelfde doel; het verenigen van onze gezamenlijke liefde voor de sierduif onder één dak. Dat bestuurders hierbij creatief moeten zijn en anders moeten durven denken was een helder statement.
Vastgesteld werd dat we hier verder naar moeten kijken maar dat het in ieder geval betekend dat we de spelegels rond het vaststellen van de HEP-winnaars laten zoals het nu is, het geeft immers alle vrijheid.
Vervolgens werd er kort stil gestaan bij de Vogelgriep. Er werd waardering uitgesproken over het snel reageren in november door het NBS-bestuur wat als gevolg had dat we dit jaar onze duiven toch hebben kunnen showen. Verder werd aangegeven dat het ons niet direct heeft getroffen maar indirect wel degelijk. Veel shows komen financieel in een moeilijk vaarwater en daar hebben we allemaal last van. Hoe het verder zal gaan is op dit moment erg onduidelijk. Zeker is dat het bestuur de ontwikkelingen op de voet volgt.
Als agendapunt vanuit het bestuur stond de vraag centraal ‘wat zien we als de rol van de speciaalclub?‘ De zaal benoemde de volgende rollen:
- de speciaalclub is een trefpunt voor liefhebbers met een gelijke interesse
- de speciaalclub is de rasbewaker. Zij richt zich op zaken als erkenning van nieuwe kleuren, zeldzame rassen, kwaliteit van het ras en diertechnische zaken
- het begeleiden van nieuwe leden en het behouden er van
- promoten van het houden van sierduiven en deelnemen aan fokkersdagen.
Als knelpunt voor het werven van nieuwe leden werd de koppeling van het lidmaatschap aan het abonnement op het KleindierMagazine genoemd. Voor startende leden is dit een (te) dure instap.
Vervolgens lag de vraag op tafel of en hoe de NBS deze rollen kan faciliteren? Hieruit kwam naar voren dat hier niet zo’n grote rol voor de NBS ligt, feitelijk zijn dit zaken die de speciaalclubs in eigen huis moeten oppakken. Samenwerking bij het opleiden van keurmeesters en communicatie zijn praktische aandachtsgebieden.
Voortbordurend op dit punt werd benoemd dat het belangrijk is dat iedere speciaalclub beschikt over EE-gecertificeerde keurmeesters. Dit zodat de club ook op Europa-shows haar gezicht kan laten zien. De clubs werden daarmee nogmaals attent gemaakt op het deelnemen van keurmeesters aan het internationale KV wat dit jaar in het 3e weekend van september in Doorn gehouden wordt.
Als laatste agendapunt vanuit het bestuur kwam de Keurmeestersopleiding aan bod. Dit jaar zijn er twee nieuwe A-keurmeesters bij gekomen en hebben we één nieuwe keurmeester kunnen aanstellen. Vijf van onze keurmeesters zijn dit jaar EE-gecertificeerd. Alle betrokkenen van harte gefeliciteerd.
De aanwas van nieuwe keurmeesters is erg klein en dat baart zorgen. Een mogelijke verbetering zou kunnen zijn het geven van meer begeleiding tijdens de opleiding. Het benoemen van een coach werd aangegeven. Ook de wijze van examineren zou voor sommige aspiranten een probleem kunnen zijn. Gezocht gaat worden naar andere mogelijkheden zoals het mondeling toetsen van kennis. We waren het er over eens dat het opleiden gaat om het doorgeven van kennis die noodzaak is voor het juist kunnen beoordelen van de verschillende rassen. Speciaalclubs zouden zeker een rol kunnen/moeten spelen in dit proces. Afgesproken werd dat dit punt de aandacht van het bestuur heeft en dat er met betrokken partijen verder over nagedacht zal worden.
Vanuit de zaal werd als afsluiting van het ochtend programma nog het volgende aangedragen:
- Recentelijk was er een uitbraak van het geel bij houtduiven in het nieuws. Moeten we als NBS hier iets mee? Deze uitbraken zijn een jaarlijks terugkerend verschijnsel. Er wordt nu nieuws van gemaakt maar nieuw is het niet. Fokkers die hun duiven vrije uitvlucht bieden moeten alert zijn en tijdig kuren.
- Een oproep werd gedaan de postduivenbeurs in Houten begin maart te bezoeken en hier als sierduiven clubs akte de présence te geven.
- Verplicht enten tegen Paramyxo is een bijna jaarlijks terugkerend punt. Dit onderwerp kwam op tafel omdat Nederland het enige land is waar deze enting niet verplicht is. Uitgesproken werd dat we dit graag zo willen houden maar dat het advies naar fokkers is en blijft enten! Als liefhebber neem je een risico door niet te enten maar wel in sturen op shows. De vraag is of dit verantwoord is als je liefhebber bent?
Na een kort bezoek aan het Pluimveemuseum en de lunch vervolgende de KV ’s middag het programma met een viertal prima rasbesprekingen die ook veel niet keurmeesters trok. Het ras van het jaar werd natuurlijk besproken dus opnieuw stond de zeldzame Hagenaar in het zonnetje. Henny Schwarz maakte helder wat er van dit ras mooie verwacht mag worden en waar het vandaan komt. Het is een Amsterdamse Hagenaar!
Aad Stout gaf als nieuweling binnen het KV zijn kijk op de Stettiner tuimelaar. Hij opende met de stelling dat de afbeelding in de standaard niet klopt en wist dit prima te onderbouwen. De KV-voorzitter sprak zijn waardering uit voor deze nieuweling door aan te geven dat hij vaker een beroep op hem gaat doen voor rasbesprekingen. Ook de Steigerkropper werd belicht en hiermee werd bereikt dat er weer meer kennis over deze zeldzame schone werd opgedaan. Als laatste werd de Ooievaarsduif besproken. Ook al een zeldzaamheid maar wel een hele knappe verschijning. Ondanks het kleine aantal fokkers wel een ras waarin topkwaliteit getoond wordt.
Als laatste punt een geste van de KV die goed werkte voor de informele contacten. De aanwezigen werden getrakteerd op een drankje en een bitter garnituur. Voldaan en met een goed gevoel werd de dag afgesloten. Het samen optrekken van NBS en KV op deze voorjaarsdag zal zeker een vervolg krijgen.
Ingen, 19 februari
Aad Rijs